André Mom, voettocht naar Rome

Dag 9

Kadevak 50.540.004

Ooit geweest? Ooit van gehoord. Dit is werkelijk ongekend. Aan alle kanten wordt ik omgeven door een verstild landschap van weilanden, akkers, koeien, boerderijen in de verte, een enkele eggende boer, bloeiende bomen. Ik sta dicht bij de Grensmaas onder Roosteren en geniet van de complete stilte; dit is uniek, ik ben hier nooit geweest, wie komt hier wel?Mensen die ik later in Sittard tegenkom, weten vaag het bestaan maar zijn er ook nooit geweest.

Het is een prachtige dag, de zon schijnt uitbundig, het is fris maar bijna windstil. Dit is wat ik me ervan had voorgesteld. Van mijn voettocht. Ik kruis de snelweg A2 en ziemijn vroegere collega's onder me doorscheuren. De afstand is na een week in de natuur al heel groot geworden. Ik mis het niet. Met volle teugen geniet ik van de tijd nu en zie wel wat komt, geengeregel.

Het lichaam is er weer bijnahelemaal bij. Na van 4 uur 's middags tot 8 uur 's morgens in bed gelegen te hebben, slechts gelaafd door een kopje bouillon en toost van het hotel en vele kopjes thee is de ellende goeddeels over.Opeens zijn de kilometers eigenlijk een onbeduidend gegeven geworden. Ik lunch in een weiland met hoog gras en ga heerlijk liggen in het zonnetje, de schoenen uit en de hoed op mijn neus.Voorbijgangers zien alleen die hoed; ik hoor verbaasde kreten wat daar nu in het gras ligt, en glimlach. Het enige probleem kan een grote grasmaaier van de plaatselijk boer zijn, maar die zal me wel opmerken.

Sittard is alsof het hoogzomer is; de Markt is overvol op de terrasjes. Ik waag het nog niet om hier een lekker biertje te nemen. Straks wellicht.

Dag 7 & 8, de eerste beproeving

Het kon niet steeds goed blijven gaan. Afgelopen nacht is het ongemak toegeslagen. Als je nu zit te eten of te gevoelig bent voor lichamelijke zaken, sladit verhaal dan over. Ik heb getwijfeld of ik dit moest schrijven, maar het is wel onderdeel van de voetreis.

Afgelopen nacht dus kreeg ik last van buikloop; je kon het met recht een complete 'durchfall' noemen zoals de Duitsers fijntjes opmerken. Als je dan in een klein pensionnetje zit met andere gasten en alleen een wc op de gang is dat niet zo prettig. Na een doorwaakte nacht laat opgestaan. Diverse keren ORS genomen en tenslotte maar immodium. Toen maar gestart met de wandeling. Na zo'n 10 km, in een klein dorp, wat gaan drinken in een lunchroom. De geur van de warme broodjes noopteechter direct tot een race naar het toilet. Het probleem was nu niet alleen de onderkant maar ook de bovenkant. (Ik heb u vantevoren gewaarschuwd). Ik voelde me hondsberoerd, rilde en zweette, en besloot te smokkelen en een bus te nemen naar mijn volgende verblijfplaats. Maar volgens de bazin reed er geen bus. Vervolgens dan toch maar doorgelopen, via Belgie/Maaseik, en aan de overkant van de Maas weer in Nederland aangekomen, in Roosteren, na 22 km. Volledig kapot,in een prachtig hotel, en een wc op de kamer!

Hoe dit morgen verder gaat weet ik nog niet; Ik hoorde dat er een buikgriep heerste, een heel acute, en nu is de vraag of ik morgen redelijk hersteld ben om door te lopen of hier een rustdag moet nemen.

Ja, wat was het? Iets verkeerds gegeten? Toch teveel inspanning de afgelopen dagen met veel 30 km's? Een koutje gevat omdat je steeds moet wisselen tussen het lopen in een shirt of toch een fleece eroverheen, wat dan weer te warm is. De koude wind en een bezweet lichaam?

Nu eerst maar even rusten dus, terug naar bed.

PS: Ik vind alle reacties erg leuk en een stimulans om met dit reisblog door te gaan. Vandaar dat ik even de computer van het hotel mocht lenen.

Dag 5 & 6

Lara is de 14-jarige dochter van mijn nieuwe pensionhoudster in Heeze. Zij heeft een wachtwoord geinstalleerd waarvan ook haar moeder niet kan bevroeden wat het is. Zo is het bijwerken van de reisblog even niet mogelijk, maar na drie computers verder, moeder en vader die de draadloze verbinding tenslotte weer aan de praat krijgen, geeft het internet tenslotte weer toegang tot de rest van de wereld.

Vanmorgen mijn tweede stempel 'gescoord' in mijn pelgrimspas. Dat vraagt enige toelichting. Als wandelaar naar Rome ben je een officiele pelgrim en met de bijbehorende pelgrimspas wordt het leven zelfs iets aangenamer. Want daarop staat het volgende: 'The Board certifies that the person identified in this document is a member of our Association and is undertaking a traditional pelgrimage to Rome. We kindly ask the reader to render this person such assistance as the circumstances require'. En niet alleen kun je dus overal om hulp terecht (als de lezer zich inderdaad betrokken voelt), maar met deze pas kun je ook overnachten in kloosters. En met de stempels laat je zien dat de pelgrimage ook daadwerkelijk plaatsvindt.

De eerste stempel kreeg ik in de Petruskerk in Leiden; dat was eigenlijk wel logisch want we hadden met ons koor net de Mis in C van Mozart gezongen. Vanmorgen dus de tweede. Ik passeerde de RK-kerk van Nuenen en hoorde vanuit de kerk prachtige koormuziek komen, een stuk uit de Mattheus Passion. Het mooi klinkende vrouwenkoor had zich in de sacristie verschanst en nadat het even stil was geworden, kon ik mijn gezicht laten zien. De vrouwen vonden de binnenkomst van een Romeganger die om een stempel vraagt een niet alledaagse en aangename onderbreking, boden koffie aan en vertelden dat de dirigent vorig jaar naarSantiago de C. was gelopen.Een van de vrouwen zei dat ze allemaal achter de paus stonden en of ik dit aan de paus wilde overbrengen. Er viel een diepe stilte, maarde dirigent loste dat goed opdoorte zeggen dat hij daar wat genuanceerder over dacht. Ik werd gered door een dame die me naar de pastorie bracht, waar de pastor in conclaaf was met enkele parochianen. De pastor ging zelf overigens ook naar Rome, in de zomer, maar wel op de fiets. De stempel had hij weer gevonden, ze worden niet zo vaak uitgedeeld, maar hij deed het met plezier. Een prachtige gerestaureerde pastorie; fraai gezandstraald glas in de hal en een sober maar prachtig bewekt plafond. Van geklopt zinkplaat, zei een zichtbaar trotse pastor.

Het einde van de 5e dag was zeer aangenaam in Pension Het Eigen in Breugel. Schitterend gelegen, een gastvrij onthaal door de baas, oud slager, een rondleiding door de oude slagerij, een mooi huisje en bloesemende fruitbomen op de bleek (naderhand ontsierd door mijn gewassen shirtjes). Bier in de koelkast, en genieten van de zon op het terras. 's Avonds metmede-gast Jaap geborreld en de volgende dagom 8 uur nog eens het leven doorgenomen met de vrouw des huizes.

Dag 3 en 4

De plaatselijke herberg in Goudriaan (waar ik eet) heet het 'Raadhuis van Goudriaan'. Het is een bijzondere plek. Het pand stond er al in 1640, maar pas vanaf 1800 mocht er gedistilleerd worden geschonken. Het aardige is dat de gemeente Goudriaan, die geen eigen gemeentehuis had, vergaderde (en alle andere functies vervulde) in het zaaltje boven de gelagkamer. Vandaar de naam van de herberg. Die situatie heeft geduurd van 1854 tot 1965! Dat kan met rechteen'leane' organisatie worden genoemd. Na 1965 ging Goudriaan op in de gemeente Graafstroom, met gemeentehuis.

De derde dag was weer erg lang, 30 km. Dit moet ik anders aanpakken, juist nu in het begin. De route gaat langs oude dorpen zoals Vlist, met mooie boerderijen, de leilindes ervoor. Ik zie een ideale klushut, een fraai in elkaar gezakt boerderijtje dat zelfs te koop staat. In Gorkum loop ik naar de pont naar Woudrichem. Ik ontmoet een man wachtend op een bankje. Waarheen gaat de reis, vraagt hij. Ik zeg Heusden. Dat is nog een hele tippel vindt hij. Dat is maar hoe je het bekijkt, antwoord ik want ik ga naar Rome. Nu blijkt dat hij vorig jaar met 3 vrienden van hier naar Santiago de Compostello heeft gelopen. We raken binnen een minuut in een diepgaand gesprek over het leven, Mijn God is dit wat we hier om ons heen zien, zegt hij, wijzend op het oogverblindende landschap, de rivier, de uiterwaarden. Hij is veel in Roemenie waar hij met een aantalvrienden een klein gehucht in de oude kolenstreek probeert te helpen. Weer structuur en werk aan te brengen. Mooie mensen, zegt hij. Ik geniet als ik daar ben. 's Avonds pakken we onze instrumenten en spelen muziek. Aan de overkant, in het prachtige Woudrichem (Woerkem zeggen ze hier, zegt hij) lopen we samen nog wat op, en nemen afscheid.

Heusden is fantastisch. Nog nooit geweest. Ik zit met Ien te eten in Eetcafe Heusden. Ze is gekomen om morgen mee te lopen naar Helvoirt, door de Loonse en Drunense Duinen.Vanuit het cafe een prachtig zicht op de molen en de ingang van de haven. Dit is echt een juweeltje van een dorp.

In Helvoirt kom ik in pension Siyanda. Ien gaat terug met de regiotaxi voor 8 Euro naar Heusden, 15 km verderop! Ik heb geluk; de eigenaren hadden eigenlijk een vakantie geboekt naar Madrid maar konden niet vertrekken. Ik mag de computer lenen, duszo kon dit verhaal tot stand komen.Ik zit in een bijgebouwtje dat vroeger waarschijnlijk een stal was en kijk vrij uit over de weilanden, de paarden, de schapen en in de verte de bossen. Het was prachtig weer vandaag. Een kadootje.

De tweede dag

Ik zit hier dus fijn te werken (langzaam afkicken heet dat toch?) in de bibliotheek van Schoonhoven (de koffie en thee zijn me ook al gewezen) en kan nu het vervolg doen. Het was koud vanmorgen, ik bedacht dat ik mijn fleece handschoenen van 30 gram had thuisgelaten vanwege gewicht en volume. Maar tegelijkertijd kocht ik gisteren wel een stuk kaas van een halve kilo dat steeds zwaarder wordt, opeten dus.

Mijn hotel was vrijwel onder de hefbrug van Waddinxveen; een prachtige constructie uit staal, bijna industrieel erfgoed, maar zo oud zal het wel niet zijn. Ik word opgehouden omdat de brug omhoog gaat en bemerkdat dat volledig geluidloos gaat. Je hoeft de brug ook niet helemaal te openen, zoals bij een draaibrug, maar een meter of zes is in dit geval algenoeg voor het voorbij varende schip. 30 m hoog kan ie ook, denk ik. Een imposant gezicht.

Ik kom in Haastrecht. met het prachtige Raadhuis met monumentale trap. Ik moet onwillekeurigdenken aan de boeken van Adriaan en Olivier die we in onze studententijd verslonden. Waar zijn we Adriaan, zegt Olivier. In Rittenburg, Olivier, zegt Adriaan terwijl hij het stuur achteloos drie keer ronddraait. Rittenburg heeft een historisch raadhuis met een monumentale trap. Had een monumentale trap, zegt Olivier, terwijl hij de stukken van de auto van zich afschudt (of zo ongeveer).

Maar nu dan Schoonhoven, de zilverstad,en als ik mij kan losweken van deze prettige bibliotheek en pleisterplaats zal ik vanavond in Goudriaan aankomen.

De eerste dag

Alleraardigste dames van de bibliotheek in Schoonhoven geven me de mogelijkheid even op een van hun computers te werken. Want anders komt er natuurlijk nooit een nieuw verhaal tot stand.

Gisteren, donderdag, gelopen door de weilanden van Leiden naar Boskoop. De zon schijnt, het is nog fris, maar het windje staat in de rug.Dus fleece uit, het shirt is voldoende. Een kaasboerderij lonkt. De dame vertelt dat ze al een heleboel prijzen heeft gewonnen, dus vooruit, een halve kilo kaas gekocht.

De reis vervolgt; ik kom in het Boskoopse. Aan de ene kant eindeloze weilanden, aan de andere kant eindeloze velden met buxussen. Ik heb nog nooit zoveel buxussen gezien. Het moeten er miljoenen zijn. Het is duidelijk: hier wordt hard gewerkt. De huizen zijn opgesmukt, de buxussen, geknipt in de vorm van dieren, in de tuin. Het wordt zulk mooi weer dat ik volledig in gedachten naar Reeuwijk loop, naar mijn eerste onderkomen.Maar de pensiondame had al laten weten dat ik alleen terecht kon als ik twee nachten boekte, dat helpt niet echt als je in Rome wil aankomen. Het nieuwe hotel is ergens anders dan ik dacht, dus ik loop zo'n 7 km om. Als je 23 of 24 km wilt wandelen en het worden er meer dan 30 is dat niet zo handig.'s Avonds blijkt dat ik toch een blaar heb (ja Eva, en 's middags nog fris en fruitig); daar baal ik van want die heb ik de laatste 15 jaar niet meer gehad. Maar: ik hebdie Compeed toch ook niet voor niets meegenomen.

Eten blijkt een belevenis. De Drie Meiden aan het Nesse. Van heinde en verre komen de tuinders uit de buurt hier eten, laat ik me vertellen. Eerst borrelen in de tuin achter en daarna aan tafel. Sterke kerels en blonde meiden. Blonde en stoere meiden (Ja dames, ik begreep dat ik mij op glad ijs begaf, vandaar de noodzakelijke toevoeging).

De kop is eraf!

Donderdag 15 april. Vertrek vanuit de Broek en Simontjespolder, vlak achter mijn huis. Een uniek eeuwenoud veenweidelandschap aan de Kagerplassen en het enige nog echte stiltegebied in de gemeentes Teylingen en Leiden.

Mensen wandelen en joggen hier, fietsen een rondje of gaan met het pontje over, vissen, of zitten gewoon op een bankje om te genieten van de molens, de stilte, het verre kijken. En dit unieke gebied wil de gemeente Teylingen (Warmond, Sassenheim en Voorhout) nu opofferen om er 2 km autoweg en een parkeerterrein aan te leggen, loodsen te bouwen en dat alles voor een jachthaven met 500 boten. Begrijpt u het?

Nu ik hier loop en geniet van de stilte en rust, de zwanen, de koeien en de waterhoentjesvraag je je onwillekeurig af of de raadsleden en B&W van Teylingen zelfooit in dit uiterste hoekje van het eigen grondgebied zijn geweest. Een verborgen parel die zehelemaal niet kenden?

Alleen zoiets kan ik me voorstellen als je dit onzalige plan bedenkt.

Als ik terugkom uit Rome zal dit het eerste genoegen zijn: de fiets pakken en op een warme zomeravondgenieten van dit oerhollandse landschap.

How it started

Clearing my head.

That was the original idea, about 3 years ago, when I had decided to quit my current job and to do something completely different for a while. Making a very long walk. Allow your mind to wander along different routes than before; a possibility to change views, to create a mental and physical distance from life beforehand. And: alone, to be confronted with yourself.

The first idea was Santiago de Compostella; however it soon became clear that you then have to join the queue. (A very nice book is: Ich bin dann mal weg, written by Hape Kerkeling). So I decided for Rome, one of the most brilliant cities in the world, the origin of our western culture. The city with an enormous religious background and worldwide impact; a religious background which has also been important in my own education and growing up. It is also the city of Michelangelo, Bernini, the incredible Pantheon, the Extase of Teresa, and of the magnificent Piazza del Campidoglio. So the choice was clear and definite.

The next item was about the route: follow the Via Francigena through France, which the archbishop of Canterbury took when he travelled to Rome, or follow one of the many other ways to Rome. I decided to walk via Germany, Austria, the Reschen Pass, and then via Bolzano, Verona (I would like to visit the opera there), Bologna, Florence and then Rome.

I will not camp, too much weight. I will try to sleep in hostels, monasteries, B&B's etc. At the moment I have 10 kg in my backpack, without food, water and maps. May be I still have to bring that down. At the moment, during training, I notice that the weight is very important. Without a backpack it is absolutely no problem to walk 25 km a day. However, with 10 kg on your back, you feel all muscles, joints, feet. So I have to be careful to build up training slowly, but there is not much time left. But: physically I think I can handle it> The other point is: will I be able to do it mentally, can I survive the loneliness?

However, that is part of the challenge: I just have to go.

André Mom