André Mom, voettocht naar Rome

Terugblik - hoe was het?

Het is nu bijna twee weken geleden dat ik aankwam in Rome. Tijd om even terug te kijken. Wat heeft de grootste indruk gemaakt; wat maakte deze reis bijzonder?

Het hoofd leegmaken; dat was het eerste doel. Weg van de ‘normale' wereld, het werk. Het was ongelooflijk: al na één week was ik alles kwijt. Geen stress, geen dingen die nog moesten, het was allemaal ontzettend ver weg. Soms dacht je nog wel eens na over het werk, de relaties, de collega's, de mooie dingen die je samen hebt gerealiseerd, de vervelende dingen, waarvan je dacht: hoe heeft dat zo kunnen lopen. Maar alles meer vanuit een afstand, als een toeschouwer. Ik was na een week in een totaal andere wereld, waarvan je eigenlijk helemaal niet meer wist dat die bestond.

Daarna het besef van die geweldige natuur, in Duitsland, door de Eifel (ook even met Ineke, haar zus en zwager) langs de Rijn, de Neckar, de Donau en al die kleine beken en rivieren. Door de wijnvelden, de fantastische stadjes, 's morgens om 8 uur in je eentje door het landschap. In Oostenrijk langs de wild stromende rivieren, over de passen, met dochter en zwager. Je wist helemaal niet dat het zo mooi was, het genieten. Het sterkst wat mij is bijgebleven is het belang van water, schoon water, de beekjes, stroompjes, riviertjes, woeste stromen in de bergen. De schoonheid daarvan, maar ook ‘schoon' in werkelijke zin. De kracht van het water, in al z'n betekenissen, en ook als middel om je te verplaatsen, nieuwe gebieden te ontdekken, de mogelijkheid om handel te drijven, de verbinding tussen mensen en culturen, om ervan te leven door te vissen, of gewoon om er je voeten in te laten bungelen en je te ontspannen. Al deze dingen worden des te duidelijker als je in Italie bent gekomen. Daar lijkt water opeens niet meer belangrijk,afzakkend in Sud Tirol wordt het langzamerhand vies, een bron van ergernis, totaal dood, iets waar je afval in dumpt, in plaats van dat je er energie, ook geestelijke energie, uit haalt. Water heeft voor mij een hele grote betekenis gekregen.

En dan: de ontmoetingen, die juweeltjes. Soms heel kort, soms gespreid over een paar dagen. In Duitsland, Oostenrijk en Sud-Tirol was dat eenvoudiger omdat ik de taal goed spreek. In Italie veel moeilijker, door de taal maar ook omdat Italianen er anders in staan, minder naar buiten zijn gericht. De ontmoetingen waren prachtig. In Nederland, Duitsland en Oostenrijk meestal met individuen, bijzondere mensen die iets te vertellen hadden, de kracht van de emotie die je direct voelt. In Italie met mede pelgrims, fantastisch, omdat je elkaar vaak weer tegen kwam, mensen die een verhaal hebben, ‘mooie' mensen. Waarbij het direct een thuisgevoel gaf, omdat je allemaal in het zelfde schuitje zit, dezelfde inspanning moet leveren om de tocht te maken.

En dan natuurlijk de fysieke beproevingen. Het was niet eenvoudig. Toen ik op pad ging schreef ik nog: 'lichamelijk zal het wel lukken, de geest is een ander verhaal'. De werkelijkheid was echter dat het lichaam het eerst ging protesteren. In Zuid-Duitsland, met een peesontsteking, maar dat ging gelukkig na hele korte tijd en een beetje aanpassen van het lopen over. Maar vooral in Italie, de Povlakte, met de extreme temperaturen tot zo'n 40 C, windstil, geen voetpaden, het lopen over het hete asfalt, de brandende zon, geen schaduw, de voeten die verweken in de schoenen, en daarna gewoon zeggen: ik doe niet meer mee. Dat was afzien, maar die mooie dingen die ik eerder beschreef geven je dan weer moed, en natuurlijk alle fijne reacties op de website en de sms'jes van vrienden en vriendinnen die je door die moeilijke periode heen helpen.

Het was mooi, het was een onvergetelijke belevenis, waarvan flarden steeds weer boven komen drijven. Beelden van de natuur, de gesprekken, het genieten van een Hefeweizen op een terrasje aan het eind van een hete dag. Ben je veranderd? Dat weet ik niet, wel dat je meer tijd nam en neemt om gewoon een gesprek aan te gaan met iemand die aan de kant van de weg staat, een boer die zijn land bewerkt, de kruidenier, de dienster in het restaurant, de pastoor in een kerk. Dat je wat meer ontspannen en minder gehaast bent en dat je merkt dat dat tot bijzondere gebeurtenissen leidt. Dat je weer weet wat echt belangrijk is in het leven.

Jullie waren fantastisch, want als je schrijft moet er ook een lezer zijn. Jullie waren prachtige volgers van mijn voettocht en ik hoop dat je daar evenveel plezier uit geput hebt als ikzelf.

Rome!

Het zit erop, het is klaar, volbracht. De laatste kilometers loop ik in een droom, realiserend hoe mooi het was en hoe moeilijk, de prachtige natuur, in Duitsland, Oostenrijk, en het begin- en eindstuk in Italie. De ontmoetingen met bijzondere, 'mooie' mensen. De intensiteit van de gesprekken, je voelt de vibratie, al duurt het nog zo kort. Het afzien, eerst door de onophoudellijke regen, in mei en juni, daarna door de vreselijke hitte, geen schaduw, het asfalt, de voeten die niet meer willen en kunnen.

Je vroeg jezelf vaak af: waarom doe ik dit, dit is toch niet leuk? Maar 's avonds, of overdag na zo'n bjzondere ontmoeting of gebeurtenis, begreep je weer waarom je het deed. Ik nader de Porta Pia. Ik raak een beetje emotioneel van het lange elkaar niet zien. Dan zijn ze er opeens allemaal: Ineke, Stijn, en ook mijn andere dochter Sanne met haar vriend Chris. Dan zijn er mijn vriend Giovanni Cerri, professor aan de universiteit Roma Tre en zijn vrouw Anna en hun dochter Giovanna. Omhelzingen, een paar tranen. Het is duidelijk klaar. Chris maakt een fles Spumanti open, laat 'm een beetje spuiten en we drinken ervan, uit de fles. We lopen met z'n allen naar San Giovanni in Laterano, het officiele eindpunt van de Franciscaanse route. Later lopen we door naar de Sint Pieter. Anna, de vrouw van Giovanni, heeft een bijzondere ontmoeting geregeld met het hoofd van de priesters van de San Giovanni, de oudste kerk in Rome, uit het jaar 400 en nog een beetje.We ontmoeten hem in het baptisterium, ook uit circa 430. We krijgen water en hij gaat zijn stempel zoeken voor die een na laatste stempel. We praten wat, daarna bezoeken we de basiliek. Hij is prachtig. Tot 1870 zijn hier alle pausen gekroond. Mooie fresco's en een mooi baldakijn, waar alleen de paus plaats mag nemen als hij een keer per jaar, op Witte Donderdag, hier de mis leest. Een bepaalde deur die maar eens per 25 jaar open gaat, en de gigantische bronzen centrale deur van zo'n 12 meter hoog.

Dan lopen we met z'n allen naar de buurt rond het Colosseum, Giovanni woont hier, hij weet een uitstekend restaurant waar we met overvloedige wijn lunchen.Vervolgens nemen we afscheid van Giovanni, zijn vrouw en dochter en lopen zelf verder naar het Vaticaan, naar de Sint Pieter. in de sachristie krijg ik mijn laatste stempel. We lopen door de Sint Pieter en verbazen ons weer over de Pieta van Michelangelo, die hij maakte toen hij 24 was. En natuurlijk het prachtige bronzen baldakijn met de spiraliserende pilaren van Bernini, en de koepel van Michelangelo. Elke keer wanneer ik hier ben raak ik weer onder de indruk van de grootte, de pracht, de geweldige kracht van deze meesters, die niet alleen konden schilderen, maar ook konden ontwerpen en bouwen, konden beeldhouwen. Je komt ze overal in de stad weer tegen: Bernini met al zijn fonteinen, met de kerken die hij ontwierp, zijn beeldhouwwerken, zoals de zinnenprikkelende Extase van Teresa en de prachtige bustes zie hij maakte. Michelangelo, met natuurlijk de Sixtijnse kapel, met de koepel van de Sint Pieter, maar ook met het prachtige Piazza del Campidoglio, dat vaak vergeten wordt maar een van de mooiste plekken van Rome is.

We hebben een appartement vlakbij de Piazza Navona, ideaal in dit mooie oude gedeelte van Rome. De volgende dag lopen we langs het Pantheon, het oudste gebouw van Rome, en ongetwijfeld misschien wel het meest bijzondere, met het gat bovenin, waardoor het licht binnenkomt, en de marmeren pilaren die uit alle delen van het Romeinse rijk kwamen. De oude Romeinse vloer, weliswaar gerestaureerd, maar ongelooflijk fraai. De kunstenaar Rafael (van de Stanze van Rafael in het Vaticaans museum), heeft hier zijn tombe. En later natuurlijk ook langs de Trevi fontein. Wonderlijk hoeveel sensatie daarvan uitgaat. Het water, de prachtige evenwichtige achtergrond, alle beelden met hun kracht. In de kerk naast de Trevi fontein steken we kaarsen aan voor Joan, een dierbare vriendin en deel uitmakend van de G9, onze wandelgroep. Kort geleden hoorde ze dat ze een kwaadaardige kanker had en nu een heel moeilijk traject inging. Of het helpt weten we niet, maar we voelen ons wel dicht bij haar.

Rome is prachtig, een mooi einddoel van deze tocht hoewel het eigenlijke doel toch iets anders is. Zoals de Duitsers zeggen: der Weg ist das Ziel.

Het zit erop. Het is klaar. De ondersteuning van iedereen die reageerde op de website (of via sms'jes of via mijn persoonlijke mail) was hartverwarmend en belangrijk voor mij. Dat geeft je kracht als het moeilijk is. Bedankt, jullie waren fantastisch!

Dit is mijn een na laatste stuk, over een paar dagen nog een soort terugblik. Nogmaals: bedankt!!!

Day 98, Arrival in Rome!

It's over, it's finished, done. The last kilometres I am walking in a dream, realizing how beautiful it was and how difficult. The superb nature in Germany, Austria and also during the initial and the final part in Italy. The meetings with special, 'remarkable' people. The intensity of the conversations, you feel the vibration, however short they were.The hardship, first by the continuous raining in May and June, then by the intense heat, no shade, the asphalt, the feet which are failing service.

Often you asked yourself: why am I doing this, this is not fun.But at night, or during daytime after such a special meeting or event, you understood again why you made this trip.I am getting a little bit emotional realising I will soon see my family again. Then, suddenly, they are all there: Ineke, Stijn, and my other daughter Sanne with her boyfriend Chris.There is also my good friend Giovanni Cerri, professor at the University Roma Tre and his wife Anna and their daughter Giovanna. Hugs, some tears.It is definitely done. Chris opens a bottle of Spumante, let it spray as in car racing, and then we drink it directly from the bottle. We walk all together to the basilica San Giovanni in Laterano, the official end of the Franciscan route. Later we walk to the St. Peter. Anna, the wife of Giovanni, has arranged a special meeting with the head of the priests of San Giovanni, the oldest church in Rome, from the year 400 and something. We meet him in the baptistery, also from about 430. We are being offered some water and he is going to search his stamp for the penultimate entry in my pilgrim's pass. We talk a little bit about the journey, and then we visit the basilica.It is beautiful. Until 1870, all popes were crowned here. Beautiful frescoes and a beautiful canopy, where only the pope is allowed to sit: this occurs once a year, on White Thursday, when he is celebrating Mass here. One of the doors of this church only opens once every 25 years; the huge bronze central doors are about 12 meters high.

Then we all go to the area around the Coliseum. Giovanni lives here, he knows an excellent restaurant (owned by a friend) where we have lunch with abundant wine. Then we say goodbye to Giovanni, his wife and daughter and we walk to the Vatican, to the St. Peter.In the sacristy I get my last stamp. We walk through the St. Peter and are again overwhelmed by the Pieta of Michelangelo, which he made when he was 24. And of course by the magnificent bronze canopy with the spiralling columns of Bernini and by Michelangelo's dome.Every time when I am here I am impressed by the magnificence, the enormous power of these masters, who were not only able to paint, but also to design and build, to make sculptures. You see their works everywhere in the city: the Bernini fountains, the churches he designed, and his sculptures, like the sensual Ecstasy of Theresa in the Santa Maria della Vittoria. And Michelangelo of course with the Sistine Chapel, with the dome of St. Peter, but also the beautiful Piazza del Campidoglio, which is often forgotten but which is one of the most beautiful places in Rome.

We have an apartment near the Piazza Navona, ideally located in the beautiful old part of Rome. The next day we walk to the Pantheon, the oldest building in Rome, and certainly the most special, with the oculus, the top hole, through which light enters, and the marble pillars coming from all parts of the Roman Empire. The ancient Roman floor, although restored, but incredibly beautiful. The artist Raphael (well known of the Stanze of Raphael in the Vatican Museum), has his permanent tomb here.Later we walk along the Trevi fountain. Unbelievable, the sensation radiating from this enormous sculpture. The water, the beautiful balanced background, all individual sculptures with their strength. In the church next to the Trevi Fountain we burn candles for Joan, a dear friend and part of the G9, our walking group, who recently learned that she had a malignant cancer and now enters a very difficult and unsure process.We do not know if it helps, but we feel very close to her.

.Rome is beautiful, a beautiful final goal of this long journey, although the real goal might be somewhat else. Like the Germans say: der Weg ist das Ziel.

It's over.It is finished.The support of everyone who reacted on the website (or via SMS messages or via my personal email) was heart warming and important to me. That gives you power when it is difficult.Thanks, you were fantastic!

Intermezzo: Attenti al Cane

Er moet nog wel iets gezegd worden over honden. Voor de wandelaar zijn loslopende wilde honden de grootste vrees. Al het andere wild is geen probleem. Paarden en koeien gaan wel uit de weg. Stieren kom je soms tegen; die ene keer dat dat gebeurde leidde de boer ons erlangs, eerst had hij nog gezegd dat we helemaal om moesten lopen. Slangen zijn banger voor jou, dus ze verdwijnen vanzelf. Olifanten, tijgers en nijlpaarden zijn me niet opgevallen. Het enige probleem is: loslopende honden. In Duitsland en Oostenrijk zijn die er gewoon niet. Als er al honden zijn zijn ze netjes opgevoed. In Italie zijn honden een plaag. Gelukkig lopen ze meestal aan de goede kant van het hek, de andere kant. Luid en agressief blaffend volgen ze je dan. Ze geven het signaal door aan de volgende langs de route, dus als je een dorpje passeert zijn er wel 10 tegelijk met je bezig, maar... aan de goede kant van de streep. Soms gebeurt het dat er een losloopt, maar de stok en jezelf fors omdraaien doen wonderen.

Een keer werd ik achtervolgd door 7 loslopende honden, maar toen bleek dat ikzelf op vijandelijk terrein was doorgedrongen. Ik had mij toegang verschaft tot een boerderij erf, denkend dat dat de route was, maar dat bleek niet zo. De eerste twee honden hadden meer belangstelling voor iets anders en gingen op elkaar zitten. De volgende twee deden nog wel een verflauwde poging, maar dat was ook niet echt serieus. Ik had ondertussen mijn Dazzer, die een hoge toon afgeeft en honden op afstand houdt,tevoorschijn gehaald. Twee boeren die op het hondenlawaai afkwamenvroegen wat ik op hun erf deed. Ik moest eigenlijk terug, maar mocht uiteindelijk toch doorlopen. Honden zijn dus een plaag, met name als je niets vermoedend ergens wandelt en opeens springt een woest blaffende hond tegen het hek waar je vlak langs loopt. Dan gaan alle haren rechtovereind, een rudimentaire reactie die we kennelijk nog wel hebben.

De Dazzer heb ik nooit echt nodig gehad, zelf agressief reageren en een stok helpt wel. Willi en Gabi hadden een soort traangas, voor als de nood erg hoog was, dat spuit 3 a 4 meter ver. Maar zij hadden het ook nooit hoeven te gebruiken. Toch is het raar dat al die Italiaanse families, veel in de Povlakte, zoveel honden hebben, soms wel 5. Vaak van die kleine agressieve keffertjes. Het doel is totaal onduidelijk, ze zijn meestal zelf thuis en door het lawaai dat ze produceren heb je er zelf het meeste ergenis van. In dorpjes en stadjes hoor je tot heel laat in de avond honden urenlang blaffen; je kunt er niet van slapen. Niemand vindt het raar.

Bij honden hoort natuurlijk ook het bordje op het tuinhek: Attenti al cane. De bordjes zeggen meer over de eigenaar dan over de hond. Soms zijn ze echt stuitend.

Ik ben nu in een mooi hotel, direct aan het strand: Villino Gregoraci. Chantal is de jonge eigenares, samen met haar man Pepe. Ik mag op haar laptop. Het is een fraai oud huis aan het grote strand van Santa Marinella. Alles is in de buurt. Overdag een beetje liggen op het strand, zwemmen, lezen. Na een grote zoektocht heb ikhet enige Engelse boek in het stadje gevonden en gekocht. Wat nu als ik het uit heb? 's Avonds een beetje rondlopen in het stadje, iets drinken en eten. Ik wacht op de einddag om eindelijk naar Rome te gaan.

Day 90 - 97, Last stop before final

I am nearly there. I arrived at the outskirts of Rome, but because I am 6 days too early my wife and daughters are not there yet (they booked a flight lready a month ago).

So I am now relaxing a little bit. I took a train to Santa Marinella, have a nice hotel directly at the beach, and the only thing to do is lying at the beach, swimming in the Mediterranean, reading a book (I bought the only English book here in town) and having something to eat and drink.

During the last 7 days I initially still followed the Cammino di San Francesco, the route between Florence and Rome which San Francesco followed around the year 1200. I visited several monasteries. One is very nice: the Sanctuario de la Foresta, close to Rieti. The monastery is now being run by (ex) addicts (alcohol, drugs) or people with psychological problems. An Austrian guy, Andreas, is the leader of the group. He says that the drug or alcohol abuse is in fact part of a deeper underlying problem, related to insufficient personality or character. Here they do not fight the drugs but try to give people their own identity back. There is a hard scheme of working between 6 o'clock in the morning and 12 o'clock at night. The monastery has a very nice chapel. Everywhere the T symbol is visible: in the stained glass windows, in fences, in the garden. It strucks me that the T symbol is so strong, An enormous powerful and enlightening symbol, also because you know the background of it.

But in the end I leave the official Cammino di San Francesco because it makes a curve and wanders for some time upwards, away from Rome. I decide to make a shortcut, and in doing so I am winning in total 6 days. That is the reason that I am too early now and have to wait for the welcoming committee. On Monday 9 August I will make the last walking trip up to the Porta Pia in Rome and arrive there at 9.30 hrs.Ineke, my daughters Stijn and Sanne and son in law Chris will be there; together we will walk to the Basilica San Giovanni in Laterano, and to the St. Peter. I will be glad if it is all finished. It was a tough but very remarkable journey.

Dag 96 - 97, Willi, Gabi und Kirsten

Het B&B in Montelibretto was een probleem. Ik bel 's morgens om 8 uur de eigenaar, Romeo. Hij antwoordt direct maar is elders in Italie. Ik kan niet bij hem verblijven. Hij wil iets regelen en belooft terug te bellen. Om 10 uur heeft hij nog niet gebeld en ik besluit een alternatief te zoeken; een Engelse die ook een B&B heeft, maar wat buiten het dorp. Ze zit vol, maar wil ook wel helpen. Na nog wat telefoontjes heeft ze wel iets, maar dat is een fors eind verderop. Dan wordt ik gebeld door een Duitse vrouw, ik vermoed de vrouw van Romeo. Ze zegt dat Romeo haar heeft gebeld om iets te regelen. Ze gaat haar best doen. Ze belt snel terug, iemand komt me ophalen in Montelibretti, maar het B&B zit in Moricone. Ik ben allang blij. Ik loop rustig verder langs de hete weg en uren later nader ik het dorp. Dan komt een auto langs, stopt verderop. Een vrouw stapt uit en zegt: wir haben telefoniert, doch? Dat beaam ik. Ze heet Kirsten, vraagt of ik mee wil rijden, maar dat is m'n eer te na. Ze stapt weer in en rijdt verder. Ik kom in Montelibretti en wordt opgehaald door de B&B eigenaar met een lange Mercedes uit de zestiger jaren. Als ik Kirsten naderhand sms dat alles goed is gelukt, besluiten we om iets te drinken 's avonds.

Bij toeval heb ik een goed restaurant gevonden in het Centro Storico van Moricone. Kirsten en haar man Gunther komen later langs, Ze zijn van mijn leeftijd. Ze zijn al meer dan 10 jaar in Italië, hebben een huis verbouwd. Gunther deed dat zelf, maar sinds kort heeft hij een bypass en gaat het moeizaam. Kirsten blijkt de handelspartner te zijn van Romeo. Ze verkopen olijfolie en allerlei specialiteiten aan restaurants in Oostenrijk en Duitsland. Sinds kort hebben ze de business uitgebreid; de lege vrachtwagens nemen Weizenbier mee voor de Italiaanse markt, hier in Lazio. Inderdaad was me al opgevallen dat ik m'n geliefde weizenbier helemaal niet meer kon kopen, maar zij zijn dus in dit gat gesprongen. Gunther vindt het niks, zijn vrouw is veel te veel weg. Het gesprek gaat over de camino, het waarom, de Italianen, het onmogelijke administratieve gehannes, en dat je hier de zaken toch gewoon zelf moet doen als je ze geregeld wilt hebben. We nemen afscheid, Kirsten biedt aan om iets voor me te zoeken als ik een paar dagen naar het strand wil.

De volgende morgen ontbijt ik in de B&B. Ik zie 2 rugzakken staan en vraag me af welke medewandelaars er zijn. Ik kom binnen en zie Willi en Gabi, mijn Oostenrijkse wandelmaten. Verbazing en omhelzingen. We zijn echt blij dat we elkaar weer hebben gevonden. We gaan samen op stap. Het ritme zit er weer helemaal in en we bepraten hoe het ons afzonderlijk de laatste week is vergaan. We vinden een picknickplaats waar we de schoenen en het shirt even kunnen uitdoen en languit onderuit gaan op de banken. Willi heeft z'n grote fles bier bij zich. De Albergo van Monterotondo, later op de middag, is fraai. Nadat we eerst alle dure kamers hebben gezien kunnen we uiteindelijk ook goedkoop terecht. Het is opvallend hoe dit soort dingen soms lopen.

's Avonds eten we samen op het dorpsplein; er is een volksfeest met een band uit Guatemala, kraampjes met de bekende dekens en tassen uit Midden-Amerika, en liederen over de vrijheid. De volgende morgen gaan zij vroeg op pad; ik besluit eerst nog een internet point te zoeken en wat overbodige ballast naar Nederland terug te sturen. Misschien zien we elkaar 's avonds wel weer, maar ze zijn zo vroeg aan de rand van Rome dat ze besluiten door te lopen naar de basiliek van Jan van Lateranen, het eindpunt van de Franciscaanse route. Ik stop in Monte Sacro, een buitenwijk. De laatste loopdag wacht op het arriveren van het ontvangstcomité.

Kirsten belt en sms't. Ze heeft iets voor me gevonden aan de kust, Santa Marinella. Ik besluit daarheen te gaan en lekker met m'n blote voeten in het zand te lopen. Het zit er bijna op.

Ik zal aankomen op maandag 9 augustus om 9.30 uur bij de Porta Pia in Rome, gelukkig, en dan samen oplopen naar de San Giovanni in Laterano en daarna de St. Pieter.

Dag 93 - 95, Het eenpersoonsbed

Ik loop tussen Rieti en Poggio san Lorenzo. Ik heb vanmorgen besloten de Via Francigena di San Francesco te verlaten. Deze boog weer helemaal terug naar het noorden, verder weg van Rome in plaats van er naar toe. Om nu nog meer kloosters en heiligdommen langs te gaan vind ik teveel van het goede. Ik wil naar Rome en niet elke willekeurige plaats bezoeken waar Franciscus ook is geweest. Het lijkt wel of de verschillende dorpen en steden allemaal graag meeprofiteren van het toeristische effect. Er worden in folders ook zijroutesals Franciscaans aangegeven. Ook worden totaal nieuwe bedacht, zoals de Via Bene Dicti en Via dei Santi zodat je nog meer stadjes aan moet doen. Je ziet door de bomen het bos niet meer.

Overigens was een van de Franciscaanse kloosters, La Foresta, prachtig. Het klooster is nu een opvanghuis voor mensen met problemen, drugs, alcohol, psychische. Het wordt gerund door de (ex) verslaafden zelf, die een strak dagritme aanhouden. Ik spreek Andreas, een Oostenrijker uit het Salzburgerland. Hij zegt dat de drugsproblematiek terug is te voeren op het ontbreken van een goed gevormde persoonlijkheid. In het huis bestrijden ze de drugs niet, maar proberen ze de 'mede-broeders' weer karakter en een eigen persoonlijkheid te geven. Wir muessen das Leben wieder lernen, zegt hij. Ze gaan wel uit van Franciscaanse basisregels, maar verder kan iedereen er terecht. Er is een prachtig kapelletje; het T teken vind je hier steeds weer terug.

Nu ik weer zelf de weg moet vinden, maak ik me een beetje zorgen over het komende stuk. In een bar heb ik overlegd met een goed Engels sprekende Italiaan en met de dochter van de bazin die een internet aansluiting had. Het eerstvolgende hotel of B&B is ver weg en je moet langs de drukke weg. Er is wel een kleinere weg maar hij denkt dat daar geen slaapplaats is. Ik maak me dus wat ongerust want langs een drukke weg lopen is geen pretje. Je wilt wel overleven. Het is halverwege de dag en ik begin het probleemstuk. Dan komt er opeens een nieuw aangelegd pad langs de weg. Ik heb nog nooit zo'n fraai voetpad gezien. Het is een beetje verend en met split belegd. Het gaat 1 kilometer goed, dan 2. Dan zijn er mensen aan het werk. Ik vraag hoe ver het pad loopt. Een van hen zegt dat het voorbij San Lorenzo gaat, en de bedoeling is dat het tot Rome gaat lopen. Ik verheug me helemaal. 300 meter verder houdt het plotseling op. Ik baal, maar een paar honderd meter later begint het weer. Het loopt door het vrije land, een volledig nieuw aangelegd dijklichaam. Er zijn zelfs bordjes geplaatst, maar ik heb het gevoel dat ik hier echt als eerste loop. Veel later kom ik weer op de weg, maar dit was een stukje privé Cammino, dat ook nog niet op de kaart stond.

Omdat ik niet meer de officiële Cammino volg heb ik opeens 4 dagen gewonnen, verder heb ik soms 2 dagroutes gelopen op een dag. Het gevolg is dat ik nu opeens 6 dagen eerder zal aankomen. Ik nader Rome met rasse schreden. Het wordt ook tijd. Ik verbaas me steeds meer over de inzichzelfgekeerdheid van veel Italianen. Het totaal niet begrijpen wat er in de buitenwereld speelt, dat er een buitenwereld is. Gisteren had ik weer zo'n ervaring. Aan het eind van een hele ange dag, 39 km, kom ik moe aan bij aan agriturismo. Ik blijk de enige gast te zijn. Ik neem een kamer; die heeft een tweepersoonsbed. Er is een oude trapleer naar boven, naar een klein en laag vlierinkje, waar nog een 1-persoonsbed staat. De baas zegt dat ik boven moet slapen, want ik ben alleen en moet dus in het 1-persoonsbed. Hoewel ik moe ben en eigenlijk geen energie voor een discussie weiger ik, dit is me echt te gek, ik betaal voor het totaal en ik ben toch geen kind. Het moet toch. Ik weiger nogmaals. Hij gaat naar zijn vrouw om te bepraten wat ze met zo'n gast aan moeten. Hij komt terug. Het is akkoord. Ik vind dit werkelijk onvoorstelbaar. Het totale gebrek aan inlevingsvermogen. Totaal niet beseffen wat een klant wil. Het is niet eenmalig; een paar weken hiervoor was iets soortgelijks voorgevallen. Ook in restaurants wordt je als eenling vaak ergens weggestopt, ook als de rest van het lokaal leeg is. Het wordt dus tijd dat ik terugga. Dat neemt niet weg dat er heel veel leuke ervaringen zijn, en veel behulpzame en vriendelijke mensen.

Rome nadert dus snel, ik ben 5 of 6 dagen te vroeg voor het ontvangstcomité van Ineke en Stijn. Ik besluit tot de rand van Rome door te lopen en dan een trein te nemen naar het strand, een paar dagen uit te rusten en dan terug te keren voor de laatste dagroute.

Ik zie ernaar uit, het is bijna zover!

Dag 89 - 92, Een hand

Ik loop weer alleen door de Italiaanse bergen van Umbria. De meeste pelgrims zijn in Assisi gestopt, Willi en Gabi zijn ergens vooruit en die zal ik niet meer inhalen. Ik kom bij toeval een Nederlander tegen die de Franciscaanse voetreis loopt, maar dan weer een eigen variant. We lopen even samen op en ieder gaat dan weer zijns weegs. Het landschap is verlaten. Ik loop over de flanken van de beboste bergen. Het pad dat ik moet nemen is niet altijd even duidelijk. Het is vaak op goed geluk, terug lopen, weer een andere beslissing nemen, goed of fout? Het pad is weinig belopen, doornig en stenig. Het merkwaardige is dat er drie routes zijn: een heel goed bewegwijzerde, de Via Francigena di San Francesco, maar daarvan zijn geen kaarten. Je weet alleen dat je in Rome aankomt, maar de dagafstanden zijn niet bekend en ook de etappeplaatsen worden niet aangegeven. Het kan 10 dagen duren maar ook 50. Dat is erg onhandig, je weet geeneens of je om 12 uur of pas om 5 uur aankomt. Dan is er een Italiaans boek dat ook de Franciscaanse voetreis beschrijft. Die heeft mooie kaartjes, maar gaat alleen langs asfalt. Ook geen optie. Tenslotte heb je het boek van Kees Roodenburg, een Nederlander. Die beschrijft de route, heeft gedetailleerde kaartjes, maar in de praktijk is dat toch lastig te lopen, want er zijn vaak geen markeringen langs de route. Hij kiest vaak zijn eigen -ongemarkeerde- weg.

Ik bel Kees Roodenburg. Hij herkent de dilemma's, maar vindt dat ik zijn route moet lopen. En als het onduidelijk is moet ik het aan een boer vragen. Maar de hele dag ben ik niemand, en dan ook niemand, tegengekomen. Dus hoe regelen we boeren in het bos?

Eigenlijk is het wel jammer dat er zo weinig coördinatie is tussen al die mensen die goedbedoeld routes uitzetten, maar het om welke reden dan ook niet redden om een sluitend systeem te maken. Ik neig ernaar om de Via Francigena di San Francesco, en de Via Roma te kiezen als leidraad, maar dan moeten er wel bordjes bijgeplaatst waar de route heengaat (behalve de Rome aanduiding) en met de tijdsduur.

Uiteindelijk ben ik in Ferentillo aangekomen, vanuit Spoleto. Spoleto was ook weer zo'n fantastisch stadje, met zijn eigen dom. Alles wordt gerestaureerd hier. De koster neemt me mee in de volledig donkere sacristie om de stempel te geven. Hij bestudeert m'n pelgrimspas met veel genoegen; prachtig dat alle grote basilieken er in staan. Ik neem een foto.

Naderhand eet ik op een pleintje in Spoleto. Er is een Nederlandse familie met oudere kinderen. Als ze weggaan komt er toch nog een gesprek op gang. Ik vertel wat me opgevallen is en me interesseert. Ze nemen afscheid. Als ze al lang weg zijn komt een van de zonen terug. Hij geeft me een hand en zegt: "dank je wel". Dat vind ik wel heel bijzonder.

Vandaag van Ferentillo naar Don Bosco, om 6 uur weg. Daar aangekomen, midden in de bergen, blijkt de enige albergo volledig vol. Er is geen alternatief. Dit is voor het eerst op mijn hele reis. Ik heb geen andere keuze dan door de lopen; ik begin om half twee 's middags mijn volgende dagroute. Uiteindelijk ben ik om half zeven, compleet af, op mijn nieuwe bestemming. Ik heb zo'n kleine 40 kilometer gelopen, in de bergen, 1480 meter stijgen, 975 meter dalen. Gelukkig kan ik in de bar tussen de sigaretten, de batterijen en de tandpasta internetten nadat ik me eerst aan het bier heb gelaafd.