Dag 77 - 79, Een croissant crema
Ik zit op de camping op de Passo della Futa en mag van Alessandra in haar privé vertrekken internetten. Alessandra is de jonge en mooie bazin van de camping. Later vraag ik haar waar ik wat kan eten. Hier zegt ze, we hebben pizza's, heerlijke pizza's, wanneer ik laat blijken dat ik eigenlijk geen pizza-fan ben. Er is ook een albergo in de buurt, zegt ze, het is maar 10 minuten lopen, omdat ze weet dat ik al de hele dag heb gelopen en eigenlijk geen stap meer wil verzetten. Na afloop moet je me maar bellen, dan kom ik je ophalen. Na een half uurtje ben ik terug, de albergo is gesloten. Ik wordt uitgenodigd door een Nederlands stel om bij hun aan te schuiven. Dus toch pizza, maar Alessandra doet een schaal met prosciutto vooraf. Met Jan en Severien volgt een geanimeerd, maar ook emotioneel gesprek; de inhoud is echter niet voor het internet. Na afloop vraag ik aan Alessandra of ik morgenochtend om 6 uur ergens iets kan eten. De albergo is nog niet open zegt ze, maar ik wil nu wel een paar croissants voor je maken, kom over een half uur maar terug. Er gaan er 5 in de oven.
Als ik terugkom zitten Jan en Severien er nog; zij biedt me een limoncella aan. Het barretje vult zich met de geur van vers gebakken croissants. Een Italiaanse dame komt binnen, aangetrokken door de geur. Ze moet een lichaamsgewichtsindex hebben van ver boven de 30. Ze is verbaasd en ontstemd en vraagt Alessandra waarom er nu 's avonds wel croissants zijn. Bijzonder geval, vindt Alessandra, deze zijn voor die meneer daar en die loopt morgenvroeg verder naar Rome. Daar gaat mevrouw niet mee akkoord. Ze eist ook een croissant. Er beginnen zich ondertussen meer mensen met de situatie te bemoeien. Het lijkt wel of de croissants een campingopstand teweeg brengen. Alessandra zwicht tenslotte, mevrouw mag nog een croissant. Con crema!, roept die snel. Ik ga met mijn 5 croissants op weg naar mijn hutje.
Florence is eigenlijk veel te heet, daarom ben ik al vroeg op pad en bezoek de Dom en de Santa Croce. De Dom is nog niet open, er staan grote rijen,maar met mijn pelgrimspas hoef ik niet in de rij. Ik wordt direct meegenomen naar de dienstdoende priester, krijg mijn stempel, en kan zo ook vrijwel alleen de kerk bezichtigen. Bij de Santa Croce werkt het ook zo. Dat is wel erg handig. Ik loop verder langs het Piazza della Signoria, met het Palazzo Vecchio en de David van Michelangelo, maar keer toch terug naar de Dom, il Duomo. Eigenlijk heet de kerk de Cathedrale di Santa Maria del Fiore. Ik ben vaak in Florence geweest en ben weer diep onder de indruk van de Dom, waarvan de bouw al in 1296 begon. Brunelleschi ontwierp de koepel; hij had de daarvoor uitgeschreven prijsvraag gewonnen. Hij moest vechten tegen zijn klasgenoten die niet in zijn revolutionaire ontwerp geloofden. De opdrachtgevers besloten daarom een bouwmeester aan hem toe te voegen. Uiteindelijk trok die zich terug; hij begreep het ontwerp niet. Brunelleschi realiseerde de enorme achthoekige koepel, die geen ondersteuning heeft, in bijzonder korte tijd, van 1421 tot 1436. De koepel is 46 meter in diameter en 114 meter hoog. Naderhand zijn er fresco's in aangebracht, hoewel dat niet in het originele plan stond. De klokketoren van Giotto, meteen naast de Dom,is ook een meesterwerk. Prachtig marmer, de kleuren zijn fantastisch, het witte marmer komtuit Carrara, het rode uit Siena en het groene is van Prato. De facade van de kerk werd pas in de 19e eeuw gebouwd; als je ernaar kijkt is het heel druk gedecoreerd, maar door de strakke geometrie blijft het ongelooflijk fraai. Men zegt dat de Dom van Florence de vierde kerk in de wereld is, na de St Pieter, de St. Paul in Londen en de Dom van Milaan.
Ik begin aan mijn laatste stuk: de Franciscaanse voetreis tussen Florence en Rome, weer de bergen in. Vandaar ook het bezoek aan de Santa Croce, de kerk van de Franciscanen.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}